Wettelijke achtergrond
Met de invoering van de Omgevingswet is scherfwerend glas verplicht voor bijvoorbeeld kinderdagverblijven, ziekenhuizen of woonzorgcentra die zeer dichtbij een bedrijf met gevaarlijke stoffen of Basisnetroute liggen. Het gaat hierbij bijvoorbeeld over een spoorlijn, weg of waterweg waarover gevaarlijke stoffen worden vervoerd. Ook voor andere gebouwen, zoals bijvoorbeeld woningen of kantoren, kan een gemeente gebieden aanwijzen waarin zij maatregelen tegen explosies (of andere incidenten) voorschrijven. Zo’n gebied noemen we een explosievoorschriftengebied. Een gemeente kan dit beslissen als er kans is op een groot aantal slachtoffers in geval van een ernstig incident. De letterlijke tekst uit artikel 4.96 luidt: “In een explosievoorschriftengebied gelegen beglazing is zodanig dat bij een explosie letsel door scherfwerking wordt voorkomen.” Zie het artikel [1] van Elias den Breejen voor meer informatie over de wettelijke achtergrond en de nieuwe regelgeving in de Omgevingswet.
Hoe voorkomen we letsel door scherfwerking?
Dat is een goede vraag. Opvallend is dat hiervoor geen beoordelingsmethode is voorgeschreven. Daarom benaderen we deze vraag vanuit de fysica en geveltechniek. Bij een explosie van bijvoorbeeld een tankwagen met brandbaar gas komt er plotseling een zeer hoge druk vrij die zich binnen een fractie van een seconde uitbreidt naar de omgeving. De drukgolf geeft een hoge belasting op de het gebouw. Deze belasting is veel groter dan de windbelasting waar de gevel normaal mee te maken heeft. Glas is doorgaans de zwakste schakel in de gevel. Standaard beglazing (dubbel of triple vensterglas) versplintert en de scherven vliegen met hoge snelheid naar binnen en kunnen vele slachtoffers maken.
Letsel door scherfwerking kan op twee manieren worden voorkomen:
- Het glas is bestand tegen de drukgolf
- Het glas breekt, maar de scherven worden bijeen gehouden, zoals we dat kennen van gelaagd veiligheidsglas