Mobiele werktuigen
De nieuwe versie van AERIUS kent wijzigingen op het vlak van natuurgegevens, rekenmodellen, achtergronddepositie en emissiefactoren. Naast de emissie bij wegverkeer, binnenvaart, zeescheepvaart en stallen hebben de aanpassingen vooral consequenties voor mobiele werktuigen. Er wordt onderscheid gemaakt tussen de depositie die vrijkomt bij belasting en bij stationair gebruik in de aanlegfase van een project.
Waarom deze wijzigingen? Stikstofdepositie moet afgemeten worden aan de best beschikbare informatie. De gegevens in AERIUS 2020 zijn geactualiseerd naar de nieuwste inzichten.
Effecten voor bedrijven
Projecten in de omgeving van een Natura 2000-gebied die in de oude situatie net binnen de emissiegrenzen vielen, kunnen bij de aanvraag van een natuurvergunning nu in de problemen komen. Dat geldt met name voor bedrijven die willen uitbreiden of in de gebruiksfase een nieuw project willen starten waarbij stikstof vrijkomt vanwege mobiele werktuigen.
Een aantal bevoegde gezagen onderzoekt de mogelijkheden om via extern salderen bouwprojecten en infra-ontwikkeling weer mogelijk te maken en tegelijkertijd de stikstofuitstoot te verlagen. Bij extern salderen neemt een bedrijf maximaal 70 procent van de stikstofrechten over van bijvoorbeeld een agrarisch bedrijf.
Effecten voor ontwikkelaars
Om de impasse in met name de woningbouw te doorbreken, ontving de Tweede Kamer een wetsvoorstel van minister Schouten voor een (gedeeltelijke) vrijstelling van de tijdelijke stikstofemissie bij de ontwikkeling van nieuwe bouwprojecten. Wanneer deze projecten van start gaan voordat het wetsvoorstel is aangenomen, blijft het een puzzel om de emissie in de bouwfase zo laag mogelijk te houden. Ook interne saldering met het huidige gebruik op een locatie biedt vaak mogelijkheden, waardoor een vergunning Wet Natuurbescherming niet nodig is.
PAS-meldingen
Om inzicht te krijgen op het ‘gat’ tussen de PAS-meldingen van voor mei 2019 en de huidige toetsing kunnen bedrijven zich tot 31 januari 2021 aanmelden bij het bevoegd gezag. Omdat met de uitspraak van de rechter de meldingen ten tijde van de PAS-regelgeving niet meer geldig zijn. Doel van deze registratie is inzicht krijgen in de projecten die wellicht omgezet moeten worden naar een vergunning vanuit de Wet natuurbescherming. Wie zich registreert krijgt op basis van de referentiesituatie (met actuele AERIUS-berekening) alsnog een check op de depositie. Is deze te hoog, dan zal alsnog een passende beoordeling gemaakt moeten worden. Deze situatie brengt rechtsonzekerheid met zich mee, vinden wij.
Depositie enkel voor de bouwfase
Vooruitlopend op de beoogde nieuwe Stikstofwet, die nu bij de Tweede Kamer ligt, hebben de provincies gezamenlijk een beleid geformuleerd om bouwprojecten onder een aantal voorwaarden toch door te kunnen laten gaan. Het betreft dan alleen bouwprojecten die in de aanlegfase tijdelijk zorgen voor een depositie die groter is dan 0,00 mol/ha/jaar. In deze aanlegfase is voor een tijdelijke depositie tot maximaal 0,05 mol/ha/jaar geen Wnb-vergunning nodig. Het is echter nog niet juridisch getoetst, dus er zit (nog) een procedureel risico aan.
Passende beoordeling
Welke invloed AERIUS 2020 op lopende procedures heeft, moet bekeken worden aan de hand van de geüpdatete berekeningen. Voldoen de uitkomsten aan de voorwaarde dat geen sprake is van een relevante bijdrage, ofwel ‘drempelwaarde’ van 0,0045 mol/ha/jaar, dan kan de aanvraag of het besluit van kracht worden. Wanneer de uitkomst verandert, dan moet opnieuw gekeken worden naar maatregelen om de emissie terug te dringen of een passende beoordeling in de vorm van een natuurtoets. Dit kan vervolgens weer van invloed zijn op procedures, zoals die van de MER.
Wanneer er nu nog geen vergunning Wet Natuurbescherming ligt, terwijl deze wel noodzakelijk is, dan vraagt dat specialistisch advies dat per definitie maatwerk is. Wellicht dat rechten uit eerdere procedures mogelijkheden biedt om een uitbreiding te realiseren.