DGMR/Actueel en kennis/Projecten/Project: Rijkskantoor Rijnstraat 8 in Den Haag

Project: Rijkskantoor Rijnstraat 8 in Den Haag

In juni 2017 werd het voormalige VROM-gebouw na een ingrijpende renovatie in gebruik genomen door onder andere de Rijksdiensten BuZa, I&M, COA en IND.

In juni 2017 werd het voormalige VROM-gebouw na een ingrijpende renovatie in gebruik genomen door onder andere de Rijksdiensten BuZa, I&M, COA en IND. In 2014 won het consortium PoortCentraal de tender. In minder dan drie jaar is het ontwerp verder uitgewerkt en is de ingrijpende renovatie voltooid. DGMR heeft vanaf de eerste schetsen van het project geadviseerd voor de vakgebieden brandveiligheid, bouwfysica, en duurzaamheid.

Duurzaamheid

Met dit gebouw heeft het Rijksvastgoedbedrijf laten zien dat extreme duurzaamheid en architectonische kwaliteit samen kunnen gaan. Naast de indrukwekkende architectuur voor de renovatieplannen was het duurzaamheidsconcept een belangrijke pijler voor het winnen van de tender. Een lage EPC (indicatie voor energiezuinigheid) en een slim energieconcept met een koude en warme serre voor koeling van het gebouw maken hier onderdeel van uit. Verder is in een vroeg stadium nagedacht over de sloop van een deel van het gebouw in verband met de afvalstroom. Doordat de gesloopte materialen goed hergebruikt kunnen worden, wordt het milieu minder belast.

Brandveiligheid

Bij een verbouwing geldt voor de vereiste brandveiligheidsvoorzieningen het rechtens verkregen niveau. Voor een gebouw waarvan de brandveiligheid voor een groot deel is gebaseerd op gelijkwaardigheden, is het vaststellen van dat rechtens verkregen niveau niet zo eenvoudig. Je moet als brandveiligheidsadviseur immers aantonen dat het gebouw in de nieuwe situatie ten minste net zo veilig is als in de oude situatie.

In de bestaande situatie was het gehele gebouw uitgevoerd als één gesprinklerd brandcompartiment met een omvang van bijna 100.000 m2. In het nieuwe concept hebben we een brandscheiding aangelegd tussen de bovengrondse en ondergrondse bouwlagen. Verder zijn diverse technische ruimten en winkelruimten brandwerend afgescheiden, waarmee de omvang van het grote gesprinklerd brandcompartiment verder is beperkt. De voor dit gebouw kenmerkende atria zijn zo hoog, dat er geen sprinklerbeveiliging opgenomen kan worden. Er zijn geen brandscheidingen tussen de ongesprinklerde atria en de gesprinklerde verdiepingen. Daardoor is het gebruik van de atria aan regels gebonden, maar dat hebben we kunnen beperken. We hebben gedetailleerd geanalyseerd wat er in die ruimte nog wél mogelijk was. Hierin zijn zelfs de brandeigenschappen van de vloeren meegenomen.

Renovatie is moeilijker dan nieuwbouw

Het is opmerkelijk hoeveel partijen meekijken bij een gebouw als dit. Naast de brandweer en de gemeente, kijken ook de brandveiligheidsadviseurs van het Rijksvastgoedbedrijf mee, de opdrachtgever zelf, de brandveiligheidsexperts van de aannemer, een Technical Inspection Service (TIS)/verscherpt toezicht, certificerende partijen en het brandadviesbureau dat de eindinspectie uitvoert.
We hebben de TIS de benodigde bewijslast aangeleverd; en ook de overheid zelf als opdrachtgever vraagt steeds meer onderbouwingen voor het gebouwdossier. Hiermee wordt in de gebruiksfase voorzien in de vraag: Wat zijn alle uitgangspunten geweest en hoe houd je alle voorzieningen in stand? Daarvoor zijn verificatie- en validatielijsten opgesteld, en goede revisiedocumenten. Alle eisen zijn daardoor gebundeld. Daar hebben wij bewijslast voor aangedragen of zijn zelf de auteur geweest.

Tijdens de bouw hebben we BAM bijgestaan met het beantwoorden van vele vragen. Technische, maar ook organisatorische vragen in relatie tot brandveiligheid. Bij de oplevering bleek bijvoorbeeld dat de montage van een aantal brandbeveiligingsinstallaties achter liep. De organisatorische vraag was of het gebouw wel open kon in verband met de veiligheid. Wij hebben daar randvoorwaarden voor voorgesteld aan de brandweer en het Rijksvastgoedbedrijf, zodat de veiligheid gegarandeerd kon worden.

Bouwfysica

Bij de vernieuwing moest respectvol omgegaan worden met de architectonische kwaliteit van het ontwerp. In het nieuwe ontwerp zijn bijvoorbeeld dubbelhoge verdiepingen opgenomen met hoge glaspartijen. Bij een hoge glasgevel is koudeval een risico: het verschijnsel dat de lucht bij grote raampartijen afkoelt en vervolgens naar beneden ‘valt’ waardoor het lijkt of het tocht. Wij hebben voor het inschatten van het effect van koudeval specialistische berekeningen uitgevoerd (CFD, Trisco). Op basis van die berekeningen hebben we de aannemer een nauwgezet advies kunnen geven, waarmee het architectonische gevelbeeld behouden kon blijven.
Een ander aspect op het gebied van bouwfysica was de kwestie van daglicht. In het bestaande gebouw zaten nogal wat donkere werkplekken. Hoewel we niet overal de daglichtproblematiek helemaal hebben kunnen oplossen, hebben we voor dit aspect het onderste uit de kan gehaald.

Security

In het gebouw geldt een hoog veiligheidsniveau. Niemand kan zonder de benodigde pasjes het gebouw binnen. Een hoge beveiliging (security) bijt nog weleens met de vluchtveiligheid. Doordat wij allebei de disciplines in huis hebben, kunnen we goed in overweging nemen wat er belangrijk is en daarvoor een gebalanceerd ontwerp maken. Op een praktisch niveau moet dit goed met elkaar stromen, het moet én secure én save.

 

Onze adviseurs

Michael Haas, adviseur brandveiligheid bij DGMR

Michael Haas

Senior adviseur Brandveiligheid en externe veiligheid

Brandveiligheid

brandveiligheid explosieveiligheid DGMR

De ingenieurs en adviseurs van DGMR maken gebruik van de meeste actuele inzichten in (integrale) brandveiligheid. Ze zorgen ervoor dat u gebouwen en kantoren kunt bouwen en gebruiken zoals u dat wenst, zo nodig met advies dat buiten de gebaande paden gaat.

brandveiligheid explosieveiligheid DGMR

Altijd up to date?

Blijf op de hoogte van de laatste ontwikkelingen. Schrijf je in!