1. Wat wijzigt er precies voor droge blusleidingen?
Patries: “Naar aanleiding van de brand in de Grenfell toren in Londen in 2017 heeft de Adviescommissie Toepassing en Gelijkwaardigheid Bouwvoorschriften, de ATGB, op verzoek van het Ministerie diverse aanbevelingen gedaan. Een van die aanbevelingen was om nader onderzoek te doen naar de locatie en de aansluitpunten van droge blusleidingen in gebouwen, om rookverspreiding tijdens een calamiteit te beperken of te voorkomen.”
Dennis: “Alhoewel de situatie in Grenfell anders was, is op basis van deze onderzoeken een voorstel tot aanpassing van de regelgeving uitgewerkt en definitief vastgesteld. Deze wijziging is gepubliceerd in Staatsblad 2024:368, en treedt op 1 juli 2025 in werking. In het kort komt het erop neer dat er nog steeds een aansluitpunt noodzakelijk is op de plek die wordt voorschreven in de NEN 1594, te weten het trappenhuis of de rooksluis. Daarnaast moet op iedere bouwlaag in een volgende ruimte een tweede aansluitpunt gerealiseerd worden. Feitelijk dus ‘een deurtje verder’.
Volgens de Nota van Toelichting geldt een extra aansluitpunt voor droge blusleidingen in alle richtingen. Wanneer de centrale kern in een woongebouw zich in meerdere richtingen uitstrekt moet het tweede aansluitpunt in al deze richtingen aanwezig zijn. Wij komen nu al praktijksituaties tegen waarbij er geen sprake is van een tweede aansluitpunt op één bouwlaag, maar van een tweede, derde en soms zelfs een vierde aansluitpunt!”
Patries: “Ook zijn er enkele situaties waarbij de nieuwe voorschriften niet een-op-een toepasbaar lijken te zijn. Denk bijvoorbeeld aan buitensituaties zoals woongebouwen met een galerij, aan utiliteitsgebouwen zonder repeterende plattegrond of aan casco-kantoorgebouwen die later voor meerdere huurders wordt ingedeeld. Voor deze situaties is een vooroverleg met het bevoegd gezag en de Veiligheidsregio noodzakelijk, om discussies over de interpretatie van de nieuwe voorschriften tijdens het vergunningentraject te voorkomen.”