DGMR/Actueel en kennis/Publicaties/Vooruitzien in externe veiligheid: omgaan met veranderende risicobronnen

Vooruitzien in externe veiligheid: omgaan met veranderende risicobronnen

Hoe strikt moeten we zijn met extra bouwkundige voorschriften voor externe veiligheid? Is dat nog nodig als de risicobronnen in de omgeving in de nabije toekomst waarschijnlijk veranderen en de risico’s afnemen of verdwijnen?

Elias den Breejen   |   DGMR   |   9 december 2025

Download dit artikel

In de omgeving van externe risicobronnen is er een verhoogde kans op een brand of explosie. In die gebieden kunnen gemeenten aanvullende bouwkundige maatregelen voorschrijven. Denk aan beter kunnen schuilen of vluchten, een verhoogde brandwerendheid, onbrandbare (stenen) gevels en dikker glas. Die maatregelen geven extra veiligheid, maar hebben impact hebben op het uiterlijk, de bouwkosten en duurzaamheid van het bouwwerk. De vraag is of die investeringen in alle gevallen echt nodig zijn als een risicobron de komende tijd sterk afneemt of zelfs verdwijnt. Bijvoorbeeld omdat we steeds minder fossiele brandstoffen gaan gebruiken. Tot op welke hoogte is het nodig om dan alsnog al die extra maatregelen toe te passen?

Risicobronnen die afnemen of verdwijnen

Zowel bij bedrijven als transportroutes zien we duidelijke voorbeelden van risicobronnen die langzaam of plotseling wegvallen. Bij buisleidingen is er een wisselende trend, maar per saldo neemt ook hier het risico af. We geven een aantal voorbeelden:

  • Voor sommige bedrijven neemt de vraag naar hun product af, of producten passen niet meer in het huidige vestigingsklimaat. Denk hierbij aan bedrijven met een geïsoleerde ligging of een te kleine productiecapaciteit om te blijven concurreren. Voor een aantal van deze bedrijven is duidelijk dat ze binnen afzienbare tijd zullen stoppen. Een andere categorie zijn LPG-tankstations in woongebieden. Voor deze brandstof is de doorzet de afgelopen 10 jaar met 30% gedaald en deze trend lijkt door te zetten, waardoor de distributie voor kleinere tankstations onrendabel kan worden. Moet je voor nieuwbouw in de buurt van zo’n bedrijf bouwkundige maatregelen blijven voorschrijven tot de vergunning definitief is ingetrokken? Of accepteer je (tijdelijk) een laag risico?
  • Nog steeds leggen we nieuwe transportroutes aan, waardoor bestaande routes minder of zelfs helemaal niet meer gebruikt worden. Zo is het transport van LPG over de A10 Zuid niet meer toegestaan wanneer het Zuidasdok (tunnel) is gerealiseerd. En het transport over de A10 West nam af sinds de opening van de A5 – de laatste telling GF3 op dit traject is ongeveer 10% van de Basisnetintensiteit. De recent geopende verlenging van de A16 biedt een alternatief voor de A20 en A13 en vermindert het transport op die wegen. Rondom Arnhem zal dit ook gelden zodra de verlengde A15 is gerealiseerd. Op lokale wegen zijn de afnames vaak nog groter. Deze routes worden vooral gebruikt voor de bevoorrading van tankstations. Die hebben door de toename van thuiswerken en elektrische auto’s steeds minder doorzet.
  • De toepassing van buisleidingen verandert eveneens. Er worden leidingen aangelegd voor andere gassen dan aardgas, zoals waterstof en ammoniak. Dat brengt andere gevaren met zich mee die minder ver reiken. Die leidingen komen vooral in buitengebieden te liggen om industriegebieden met elkaar te verbinden en zijn voor ruimtelijke ontwikkelingen minder interessant. Tegelijkertijd gaan steeds meer huishoudens van het gas af, waardoor leidingen door woongebieden kleiner kunnen worden.

Bij het afwegen van maatregelen kan naast het vergunde externe risico ook worden gekeken naar het feitelijke risico en geanticipeerd worden op een verdere afname. Dat zal in veel gevallen maatwerk zijn en afstemming met de bronhouder vergen:

  • wat doet een bedrijf op dit moment nog? Hoe verhoudt de huidige LPG-doorzet zich bijvoorbeeld ten opzichte van de vergunde doorzet? en
  • wat wil een bedrijf de komende jaren op deze locatie? Gaat het bijvoorbeeld om een uitsterfconstructie of wil men de locatie ombouwen naar een waterstof tankstation?

Rekening houdend met wensen van de bronhouder biedt dit een kans voor betere en mooiere plannen, al kan dit ook uitwijzen dat het beter is om wel veiligheidsmaatregelen te nemen of het plan zelfs aan te passen. Zonder meer kunnen we op deze manier de onderbouwing van de evenwichtige toedeling van functies aan locaties (ETVAL) verbeteren.

Conclusie: houd bij de afweging tot maatregelen rekening met verwachte toekomstige ontwikkelingen

De komende jaren zullen verschillende risicobronnen veranderen door onder meer de Nederlandse koers richting CO₂-reductie en afname van fossiele energie. Transport en distributie van brandstoffen worden daardoor kleiner in omvang en dus minder risicovol.
Voor sneller en goedkoper bouwen hoeven we niet altijd te wachten tot externe risico’s volledig verdwenen zijn. Maatregelen voorschrijven is weliswaar een veilige optie, maar vaak ten koste van welstand, duurzaamheid en financiële haalbaarheid. Stem als ontwikkelaar indien mogelijk af met de bronhouder, zodat voor maatwerk kan worden gekozen.

Download dit artikel

Onze adviseurs

Elias den Breejen

Specialist Industrie, verkeer en milieu

Omgevingsveiligheid

nieuwe omgevingswet nieuwbouw verbouw

Het tegengaan van risico’s voor de omgeving vanwege bedrijfsactiviteiten met of het vervoer van gevaarlijke stoffen. Vooral het beschermen van mensen in gebouwen is hierin belangrijk, omdat veel mensen het grootste deel van de dag binnen verblijven.

nieuwe omgevingswet nieuwbouw verbouw

Up-to-date blijven?

Houd mij op de hoogte van de ontwikkelingen bij DGMR.