Risicobronnen die afnemen of verdwijnen
Zowel bij bedrijven als transportroutes zien we duidelijke voorbeelden van risicobronnen die langzaam of plotseling wegvallen. Bij buisleidingen is er een wisselende trend, maar per saldo neemt ook hier het risico af. We geven een aantal voorbeelden:
- Voor sommige bedrijven neemt de vraag naar hun product af, of producten passen niet meer in het huidige vestigingsklimaat. Denk hierbij aan bedrijven met een geïsoleerde ligging of een te kleine productiecapaciteit om te blijven concurreren. Voor een aantal van deze bedrijven is duidelijk dat ze binnen afzienbare tijd zullen stoppen. Een andere categorie zijn LPG-tankstations in woongebieden. Voor deze brandstof is de doorzet de afgelopen 10 jaar met 30% gedaald en deze trend lijkt door te zetten, waardoor de distributie voor kleinere tankstations onrendabel kan worden. Moet je voor nieuwbouw in de buurt van zo’n bedrijf bouwkundige maatregelen blijven voorschrijven tot de vergunning definitief is ingetrokken? Of accepteer je (tijdelijk) een laag risico?
- Nog steeds leggen we nieuwe transportroutes aan, waardoor bestaande routes minder of zelfs helemaal niet meer gebruikt worden. Zo is het transport van LPG over de A10 Zuid niet meer toegestaan wanneer het Zuidasdok (tunnel) is gerealiseerd. En het transport over de A10 West nam af sinds de opening van de A5 – de laatste telling GF3 op dit traject is ongeveer 10% van de Basisnetintensiteit. De recent geopende verlenging van de A16 biedt een alternatief voor de A20 en A13 en vermindert het transport op die wegen. Rondom Arnhem zal dit ook gelden zodra de verlengde A15 is gerealiseerd. Op lokale wegen zijn de afnames vaak nog groter. Deze routes worden vooral gebruikt voor de bevoorrading van tankstations. Die hebben door de toename van thuiswerken en elektrische auto’s steeds minder doorzet.
- De toepassing van buisleidingen verandert eveneens. Er worden leidingen aangelegd voor andere gassen dan aardgas, zoals waterstof en ammoniak. Dat brengt andere gevaren met zich mee die minder ver reiken. Die leidingen komen vooral in buitengebieden te liggen om industriegebieden met elkaar te verbinden en zijn voor ruimtelijke ontwikkelingen minder interessant. Tegelijkertijd gaan steeds meer huishoudens van het gas af, waardoor leidingen door woongebieden kleiner kunnen worden.
Bij het afwegen van maatregelen kan naast het vergunde externe risico ook worden gekeken naar het feitelijke risico en geanticipeerd worden op een verdere afname. Dat zal in veel gevallen maatwerk zijn en afstemming met de bronhouder vergen:
- wat doet een bedrijf op dit moment nog? Hoe verhoudt de huidige LPG-doorzet zich bijvoorbeeld ten opzichte van de vergunde doorzet? en
- wat wil een bedrijf de komende jaren op deze locatie? Gaat het bijvoorbeeld om een uitsterfconstructie of wil men de locatie ombouwen naar een waterstof tankstation?
Rekening houdend met wensen van de bronhouder biedt dit een kans voor betere en mooiere plannen, al kan dit ook uitwijzen dat het beter is om wel veiligheidsmaatregelen te nemen of het plan zelfs aan te passen. Zonder meer kunnen we op deze manier de onderbouwing van de evenwichtige toedeling van functies aan locaties (ETVAL) verbeteren.