DGMR/Actueel en kennis/Publicaties/Column: Akoestische stedenbouw

Akoestische stedenbouw

Het Amsterdamse Begijnhof is beroemd. Niet alleen bij toeristen, maar ook bij akoestici. Als je vanuit de drukke straten onder de poort doorloopt, ‘overvalt’ je een prachtige stilte, een serene rust. Juist doordat het hofje gebouwd is als een binnenterrein komt er weinig geluid uit de omgeving. En op deze plek maakt niemand lawaai, hooguit met rolkoffertjes. Juist door de stilte gedragen bezoekers zich rustiger. Er zal niet snel geschreeuwd worden. Je hebt een omgekeerd ‘cocktailparty-effect’.

Hans J.A. van Leeuwen  |  april 2020

Hans van Leeuwen DGMR

Gunstiger akoestisch leefklimaat

Binnenterreinen als deze bieden een groot voordeel. Hoewel de straatzijde soms zwaar geluidbelast is, is de achterzijde een oase van rust. Ik ben zelf opgegroeid in een jaren 30-buurt met een omsloten binnenterrein. Ik kan me nog de kippen en haan van de buren herinneren. Op geen 5 meter van mijn slaapkamerraam stond het kippenhok. Ik vond het geen probleem, maar vanaf de huizen aan de overzijde van het binnenterrein werd geklaagd over de ‘boerenbuitengeluiden’. Er was geen verkeer dat het geluid overstemde.

De huidige nieuwbouwwijken zijn over het algemeen rechte bouwblokken en zeker niet aaneengesloten. Er is dus geen afscherming van het verkeersgeluid, zodat ook achtergevels vaak flink belast worden. Een aantal gebouwen kent wel een binnenplein, zoals De Zwarte Madonna in Den Haag en de Paperclip in Rotterdam. De Zwarte Madonna is inmiddels gesloopt vanwege slechte woonomstandigheden. De gevels zijn/waren namelijk akoestisch reflecterend; de geluidsgolven weerkaatsen tegen de wanden en het geluid wordt nauwelijks uitdempt. Daardoor blijft het geluid in het binnenterrein langer hangen. En ja, als er dan nog een openbaar speelterrein is, kun je je voorstellen wat er gebeurt.

In een binnenterrein moet je rust creëren. Ik vind persoonlijk kippen en een haan zeer toelaatbaar, maar een basketbalveldje gaat te ver. En heel belangrijk: je moet ervoor zorgen dat de gevels zo min mogelijk geluid reflecteren. Dit kun je oplossen met akoestisch absorberende gevelelementen en/of schuin geplaatste gevels.

Dit soort geluidsabsorberende gevels moeten wat mij betreft vaker overwogen worden. De canyoneffecten vanwege verkeersgeluid in smalle straten zouden we flink kunnen verminderen. En daarmee kunnen we ook anders, en zeker effectiever, omgaan met de steeds vaker toegepaste gevel- en balkonschermen. Juist met deze geluidsreducerende maatregelen wordt nogal ‘creatief’ om gegaan. De wettelijke voorspellingsrekenmodellen zijn immers minder geschikt om een goede prognose te maken. Deze modellen zijn niet of minder geschikt voor situaties als deze. Akoestisch inzicht is wel zeer belangrijk, alsmede het inzicht in het toepassingsgebied en beperkingen van de rekenmodellen. Een model blijft immers een benadering van de werkelijkheid.

De voorspellingsrekenmodellen zijn wel geschikt om te kijken naar de optimale positie en de ligging van gebouwen. Door een gebouw te draaien, voorkom je akoestische reflecties en is er minder geluidshinder aan de gevel. Bereken op dezelfde manier de reflecties van geluid tegen de bestrate vlakken als de weg en een parkeerterrein. Waar liggen deze parkeerterreinen? En in hoeverre geeft ook het geluid van dichtslaande deuren en startende voertuigen overlast?

Wat mij betreft moet de conclusie zijn: we parkeren ondergronds. En dat zou goedkoper moeten zijn dan bovengronds parkeren. Nog los van de visuele verontreiniging, want meer groen is altijd aantrekkelijker. Het wordt zelfs ervaren als een gunstiger akoestisch leefklimaat, terwijl begroeiing weinig geluid dempt. Oftewel, akoestische stedenbouw geeft een beter leefklimaat. Hoge gevel- en balkonschermen en afgesloten loggia’s zijn mogelijk niet meer nodig.

Kortom, neem voor een goed stedelijk ontwerp de akoestiek mee. Of het nu met of zonder binnenterrein is. Dat geeft altijd een betere leefomgeving. Rust als in het Begijnhof hebben we allemaal nodig.

35 jaar ervaring in columns van collega Hans van Leeuwen

We worden ‘ouder’ en volgens de oude volksgebruiken wordt dit ook aangegrepen met de stelling dat we dan ook ‘wijzer’ worden. Collega Hans J.A. van Leeuwen zit al ruim 35 jaar ‘in het vak’ en zou daarmee ook 35 jaar wijzer moeten zijn geworden. Hij is betrokken geweest bij ongeveer tweeduizend projecten en adviestrajecten op het gebied van geluid, trillingen, luchtkwaliteit en bouwfysica. Hij heeft zo’n honderd papers en artikelen geschreven voor bekende (internationale) congressen en gerenommeerde tijdschriften. Ook leverde hij een bijdrage aan een tweetal boeken. Hans heeft ook vele cursussen, trainingen en colleges gegeven waaronder ook op de universiteit van Hong Kong en van Cadiz.

Hij is dit jaar gestart met een afbouw van zijn werkzame leven in het reguliere arbeidsproces. Vanaf juli 2020 is Hans alleen nog een senior consultant voor zeer bijzondere projecten of omstandigheden. Vanaf nu schrijft Hans regelmatig een column over zijn belevenissen, mening en ervaringen van de afgelopen 35 jaar.

Onze adviesdiensten

Wilt u weten op welke gebieden we u allemaal kunnen ondersteunen? Kijk bij onze adviesdiensten naar de expertise die u kunt inzetten om uw project tot een succes te maken.

Up-to-date blijven?

Houd mij op de hoogte van de ontwikkelingen bij DGMR.