Het lawaai dat bij grote bouwprojecten wordt geproduceerd, valt niet onder nationale regelgeving. Of het lawaai van de bouwactiviteiten en -machines toelaatbaar is of niet, wordt beoordeeld door de gemeente waarin het project plaatsvindt. Dit kan ook meerdere gemeenten betreffen als het project plaatsvindt op het grondgebied van meerdere gemeenten, bijvoorbeeld bij de aanleg van autosnelwegen of spoorwegen. De gemeenten kunnen hierover verschillend oordelen.
De Circulaire Bouwlawaai
Al vanaf de eerste Circulaire Bouwlawaai van 1981 heerst het idee dat de geluidhinder door bouwlawaai een zaak is die op lokaal niveau het beste kan worden geregeld. Wel worden in een ministeriële circulaire aanbevelingen gedaan voor een goede aanpak. Aangezien de laatste versie dateert van 1991, bereidt het ministerie van VROM momenteel een nieuwe circulaire voor.
Advisering en procesmatige begeleiding door DGMR
DGMR adviseert het ministerie over de nieuwe circulaire. Deze zal belangrijke wijzigingen bevatten,mede door de grote tijdspanne die overbrugd moet worden met de voorgaande versie. Naast een goede acceptatie ervan bij de gemeenten, hebben de vernieuwingen tevens een breed draagvlak nodig bij de stakeholders. Dit zijn:
- opdrachtgevers zoals Rijkswaterstaat, planontwikkelaars, enzovoorts;
- opdrachtnemers, de grote en kleine aannemingsbedrijven;
- adviseurs op het gebied van bouwlawaai en onderzoekers op het gebied van gehoorschade en gezondheidseffecten door geluidhinder.
Daarom heeft DGMR gekozen voor een goede procesmatige aanpak, waarin een klankbordgroep een belangrijke rol speelt. De onderzoekers zijn separaat geraadpleegd. Door deze aanpak kan begin 2008 een door alle partijen, breed gedragen en werkbare nieuwe circulaire worden gehanteerd.
Voor meer informatie over dit project kunt u contact opnemen met Rob Witte, senior adviseur bij DGMR.
